Toespraak nieuwjaarsborrel YVZ 2016
Welkom allemaal op de nieuwjaarsborrel van onze IJsvereniging, in het bijzonder ook aan onze burgemeester dhr. Aptroot en de vertegenwoordigers van ons gemeentebestuur. En om te voorkomen dat we allemaal met ons drankje in de hand staan te wachten tot we eindelijk een slok mogen nemen wil ik maar beginnen met een toost op het nieuwe jaar dat voor ons ligt.
– Proost –
Welkom in ons nieuwe clubgebouw (ik beloof dat het de laatste keer is dat ik hiermee begin). Misschien heb je de dozen zien liggen, waarin het werkblad voor achter de bar zit. Dat gaat binnenkort geplaatst worden. Wat daarna nog te gebeuren staat is het maken van wat appetijtelijke tafels en stoelen, barkrukken en een bijpassend blad op de bar en onze naam en logo aan de buitenkant.
Het nieuwe jaar is al goed begonnen. Nadat we in de Kerstvakantie onze Julia Berentschot en Leeyen Harteveld zagen rijden op het NK afstanden, gingen we na de jaarwisseling gewoon door met Nederlandse Kampioenschappen. Michelle de Bruijn reed afgelopen zondag het NK Marathon en bijna al onze shorttrackers reden in hetzelfde weekend het NK. En hoe: Kjeld Vloemans stond op het podium bij de junioren C en Freek van der Wart werd de Nederlandse kampioen. Bijzonder was ook dat we op de aflossing zilver haalden met een heus YVZ-team.
Zo net na de jaarwisseling is ook een moment om vooruit te kijken. En in verband met de “inspiratiesessie”, of “Koers 2019” dat voor komende maandag op de rol staat, hoef ik nu dus eigenlijk niet verder vooruit te kijken dan naar het komende weekend.
Ja, maandag gaat het om het toekomstbeeld. Het toekomstbeeld voor onze vereniging. We hebben drie thema’s genoemd in de mail die je van Frans kreeg, maar direct werd daar al op gereageerd of het thema ledenwerving daaraan kan worden toegevoegd. Vanzelfsprekend kan dat, want we hebben de thema’s slechts als een eerste opstapje meegegeven.
Het is ook goed om een stil te staan bij wat er om ons heen gebeurt. In de maatschappij zien we al langer een sterke individualisering. Er lijkt een chronisch gebrek aan tijd te bestaan en de tendens is dat mensen zich niet willen binden aan langlopende verplichtingen. Je ziet dat terug in een soort aarzeling om lid te worden van een vereniging en in het animo om zich in te zetten als vrijwilliger. Liever zelf hardlopen op de tijd die jou het beste uitkomt, dan je sportmoment te laten bepalen door een ander. Dit is iets dat overal om ons heen gebeurt en iedereen / alle verenigingen hebben ermee te maken. Als schaatsvereniging hebben we dan het voordeel dat als je een beetje serieus wilt schaatsen er toch een organisatie of vereniging voor nodig is.
Wat tegenwoordig overigens wel erg aanspreekt zijn de zogenaamde events. Hoe groter hoe beter. Neem nu de mud-masters. Maar, liefst wel éénmalig, want we hebben immers tijdgebrek en binden ons liever niet langlopend.
We zien om ons heen ook dat er een aantal sporten in opkomst is, die sterk verbonden zijn met onze sport. Ik noemde al het hardlopen, maar zeker ook het in-line skaten en shorttrack komen steeds meer in de picture en ik heb het idee dat er ook steeds meer aandacht is voor het marathonschaatsen.
En al die sporten hebben wij gewoon in huis. Hoe zouden wij moeten aanhaken bij de toenemende aandacht? Welke beren komen we dan op de weg tegen en vooral: hoe kunnen we daar dan omheen? De toenemende aandacht voor deze sporten zou toch moeten kunnen leiden tot aanwas van nieuwe leden.
Naast de opkomende sporten zien we ook veranderingen in de sport. En verbindingen tussen sporten. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de initiatieven die terugkomen in het Transportium, waar Frank Heijerman ons veel meer over kan vertellen.
Er zijn nog een paar andere dingen die om ons en onze schaatssport heen gebeuren.
De helmplicht komt eraan. Bij Shorttrack en bij het marathonschaatsen is het al verplicht. Volgend jaar wordt ook op de Weissensee het dragen van een helm verplicht. Wanneer volgt de rest? En hoe gaan we er als vereniging mee om? Het is natuurlijk makkelijk om ermee te wachten tot het verplicht gesteld wordt, maar denk er ook eens over na of we misschien zelf het dragen van een helm zouden moeten stimuleren.
Wat ik verder opmerk is dat er steeds meer samenwerking wordt gezocht tussen de verenigingen, hoewel dat misschien nog niet iedereen zal zijn opgevallen. Eigenlijk is het maar een rare situatie dat we bijvoorbeeld op de Uithof met alle verenigingen tegelijk op dezelfde baan trainen, op dezelfde uren en daarbij ook allemaal tegen dezelfde problemen aanlopen. Zeker voor de wedstrijdgerichte sport (denk aan de nét te kleine groepen, of de niveauverschillen binnen de groepen). Steeds meer wordt gezocht naar samenwerking. En het gebeurt ook al.
Maar tegelijk stelt ons dit voor een uitdaging: hoe behouden we onze identiteit en hoe blijven we betrokken bij de vereniging? In feite is de vraag wat ons bestaansrecht is als lokale vereniging. Maar ik sta hier natuurlijk voor het verkeerde publiek met deze vraag. Jullie hoef ik dat niet uit te leggen.
Laten we nog een keer het glas heffen op de toekomst, te beginnen met dit nieuwe jaar.
Arjen Keuning, 8 januari 2016