Clubkampioenschappen Uithof

Ook dit jaar is er weer een clubkampioenschap op de Uithof. Dit jaar mogen alle yvz-leden meedoen. De clubkampioenschappen vinden plaats op zondag 25 maart, van 17:30 tot 21.30 uur. De inschrijving sluit op 20 maart, om 20.00 uur.

Leden met wedstrijdlicentie kunnen zich binnenkort inschrijven via schaatsen.nl, alleen leden zonder licentie schrijven zich in via yvz.nl.

De te rijden afstanden worden later bepaald. Tevens zal er aan het einde een marathon plaatsvinden, hiervoor geldt een helmplicht(!). Alleen schaatshelmen zijn toegestaan. De marathon wordt volgens de volgende indeling gereden, iedereen rijdt dus met wedstrijdbandje:

De marathonaankondiging is onder voorbehoud!

Startgroep 1 Leeftijdscategorie Bandje Loze- + wedstrijdronden
1.1 Meisjes pupillen Wit 1 + 4
1.2 Jongens pupillen Rood 1 + 4
1.3 Meisjes junioren C+B Geel 2 + 8
1.4 Jongens junioren C+B Blauw 2 + 8
Startgroep 2      
2.1 Dames junioren A t/m masters Wit 3 + 12
2.2 Heren junioren A t/m masters Rood 3 + 17

Ronding, uw stuur op schaatsen #Schaatstechniek

Iets meer dan 10 jaar geleden schreef Eddie Turfboer een serie van zeven artikeltjes over de schaatstechniek. De artikeltjes verschenen in ons clubblad ‘De Sprinter’. Destijds was Eddie een fanatieke schaatser, maar hij is nog steeds regelmatig op de Uithof te vinden; nu als fanatiek jurylid. Dit stelde mij in staat te vragen of ik zijn artikeltjes mocht her-publiceren, deze keer op de website.

Hierbij deel 3: Ronding, uw stuur op schaatsen

In het vorige stuk hebben we het gehad over scherpe schaatsen en wat dit voor invloed heeft op uw prestaties en het gevoel op het ijs. Deze keer zullen we nog een dergelijk fenomeen bespreken, namelijk de ronding.

De situatie tussen wedstrijdrijders en recreanten is wat betreft de noodzaak van het hebben van een ronding of scherpe schaatsen gelijk. Sommige schijnen van mening te zijn dat zowel scherpe schaatsen als het hebben van de juiste ronding minder belangrijk zijn voor recreanten dan voor wedstrijdrijders. Ik deel die mening niet. Recreanten zullen een grotere ronding rijden, maar daarover later meer.

Wat is eigenlijk een ronding en wat doet het als we aan het schaatsen zijn? Een ronding is een geslepen vorm in je schaatsmes van je schaats. De naam zegt het al, het is in ieder geval rond. Zou je tegen de zijkant van je schaats aan kijken dan zou de onderkant van je schaats precies in een cirkel passen. Zou je je schaats rechtop op een vlak oppervlak plaatsen en hem op zijn rustpunt laten rusten, dan zullen zowel de voorkant en de achterkant van het schaatsmes het oppervlak niet raken.

_MG_5959_edited _MG_5961_edited

Je kan een ronding in je schaats goed vergelijken met een (voet)bal. Hoewel een bal veel ronder is dan de ronding die in je schaats zit is het principe het zelfde. Een bal kan rollen omdat hij rond is. Een schaats kan rollen (over de lengte richting) waardoor het mogelijk is om achterop de schaatsen te staan. Uw gewicht leunt dan niet alleen op de achterzijde van de schaats, u zal ook op een ander gedeelte van uw schaats staan.

Hoewel ijs gezien word als hard, is het dit echter niet. Zowel indrukking als insnijding is mogelijk. U weet van de vorige keer dat dit u in staat stelt om af te zetten. Maar, wat heeft een ronding nu te maken met het afzetten? Ik sta op iets ronds, word ik daar niet instabiel van?

Het gaat voor dit stuk te ver om u geheel te vertellen waarom het nodig is te kunnen sturen met uw schaatsen om te kunnen afzetten. Ik zal het in het kort toelichten. Voor de gene die gehoord hebben van ‘de s-curve’ die weten dat je bij het opzij afzetten je schaats steeds een andere hoek maakt met je glijbeen. De schaats zal eerst opzij gaan (punt naar buiten gekeerd) waarna de schaats gelijk (parallel) getrokken word met de andere schaats, waarna er opzij afgezet kan worden. Om deze beweging uit te kunnen voeren moet je dus met je schaatsen kunnen sturen.
Zou je geen ronding hebben in je schaatsen, dan zou de schaats altijd volledig rechtdoor glijden. Of u nu probeert hem naar links of naar rechts te bewegen maakt geen verschil. Hoe u hem op het ijs zet is volledig van invloed op de rest van ‘zijn’ te volgen baan. Dus, punt naar buiten geplaatst is naar buiten glijden, waardoor u niet goed kan glijden. Dit is de veel voorkomende ‘v-voet’ houding bij schaatsers.

Terug naar de bal en het ijs dat indrukt. Als uw op uw schaatsen gaat staan denkt u misschien dat u op uw hele ijzer staat. Niets is minder waar, u zal afhankelijk van het ijs, uw gewicht en de grote van de ronding maar ongeveer 3 à 5 centimeter van uw schaats gebruiken om op te staan!

He? Drie tot vijf centimeter, maar hoe dan? Als een bal (die van zichzelf weinig weegt) op een vlakke ondergrond zou liggen zal de bal een ‘punt contact’ hebben. Wat betekend dat het op één enkel punt de ondergrond raakt. Zou u een gewicht op de bal uitoefenen (bijvoorbeeld er op drukken met uw hand) dan zal dit punt contact over gaan in een cirkelvormig contact vlak. Dit is precies wat er gebeurt bij uw schaats, uw schaats zakt in het ijs zodat het punt contact een vlak contact word.

Doordat de druk per oppervlak erg hoog is, zal het ijs plaatselijk smelten. Tussen uw schaats en het ijs ontstaat een laagje water. Het water zorgt voor de smering zodat u toch op het eigenlijk stroeve ijs kan schaatsen.

Aha, maar hoe weet ik of ik ronding heb en als ik dat weet welke zou ik moeten hebben? Ervan uitgaande dat u recreant bent, stelt u comfort meer op prijs dan de bewegelijkheid van uw schaatsen. Bij een kleine ronding is uw schaats erg rond, waardoor erg goed te sturen, maar vergt veel controle om het toch rechtuit te laten glijden. Voor u is het logischer om minder ronding te laten zetten dan een wedstrijd schaatser.

U kan zelf niet precies controleren hoeveel ronding u nog hebt, maar wel of er in ieder geval nog iets in zit door het op een vlakke ondergrond te houden. Laat uw schaatsen eens ronden bij een schaatsspecialist, u zal de volgende keer direct het verschil merken! Overleg met de medewerker hoeveel hij er in gaat zetten, meld vooral dat u een recreatie schaatser bent. Wat mij betreft zou u niet veel lager moeten gaan dan 23 meter, het blijft echter een gevoelskwestie!

Gefeliciteerd, u heeft de volgende stap tot professioneel recreatie schaatser voltooid!

Volgende week zaterdag verschijnt het volgende artikel ‘Het aller belangrijkste’.

Ploegenachtervolging De Uithof, 20 jan en 24 feb 2018

Op twee zaterdagen in januari en februari wordt dit jaar weer een ploegenachtervolging voor abonnementhouders georganiseerd, van junioren C t/m masters. De eerste wedstrijd komt er al snel aan: de inschrijving loopt van 7 tot 17 januari. Hieronder vind je de spelregels.

Meer informatie vind je op: www.knsbgewestzh.nl.

Waarom schaatsen glijden en messen snijden #Schaatstechniek

Iets meer dan 10 jaar geleden schreef Eddie Turfboer een serie van zeven artikeltjes over de schaatstechniek. De artikeltjes verschenen in ons clubblad ‘De Sprinter’. Destijds was Eddie een fanatieke schaatser, maar hij is nog steeds regelmatig op de Uithof te vinden; nu als fanatiek jurylid. Dit stelde mij in staat te vragen of ik zijn artikeltjes mocht her-publiceren, deze keer op de website.

Hierbij deel 2: Waarom schaatsen glijden en messen snijden

Vooral bij wedstrijden, maar ook bij het recreatief schaatsen hoor je het nog al eens. “Mijn schaatsen zijn zo scherp als een mes.” of “Mijn schaatsen zijn ontzettend bot.”. Leuk allemaal, maar wat betekent dat nou eigenlijk. Waarom kunnen we op botte schaatsen niet schaatsen en op scherpe schaatsen wel?
Van een schaats heet het stuk staal waar je eigenlijk op staat (het gedeelte dat gelast of gelijmd in je schaatsbuis zit) het (schaats)mes. De opmerking dat je schaatsen zo scherp zijn als een mes lijkt logisch, maar is het echter niet. Waarom zou je zeggen? Goed, stel nu eens dat je je schaatsen goed geslepen hebt. Zou je er dan een brood mee kunnen snijden? Inderdaad, dat kan niet. En daar zit precies het verschil, een mes is gemaakt om te snijden en een schaats om te glijden.
Allemaal leuk en aardig. Maar hoe kan het dan dat een schaats scherp is maar toch niet kan snijden? Uitstekende vraag! Het mes van een schaats heeft drie verschillende delen, twee keer een buitenkant en een midden gedeelte. Het middengedeelte is volledig vlak, beide buitenkanten hebben een hoek van negentig graden met dit middenvlak.
Als je recht op je schaatsen zou staan dan sta je volledig op het middenvlak. Omdat zowel het ijs als je schaatsmes vlak zijn ben je in staat om te glijden. Het vlak van je mes is wat betreft het oppervlak erg klein, zodat je weinig weerstand ondervind.
Stel dat je je schaatsen iets zou kantelen (je gaat scheef op de schaatsen staan) dan sta je niet meer met het rechte vlak op het ijs, maar met de hoek. Je (schaats)mes fungeert dan als een mes. Hij heeft snijdt in het ijs en heeft daardoor grip. Vooral het hebben van grip is belangrijk bij het afzetten, dan wil je grip en niet dat je schaats wegglijd. Bij het snijden in het ijs van je mes ondervind je veel meer weerstand.
Het vorige klopt geheel als u uw schaatsen het scherpst van het scherpst hebt geslepen. Wat is nu een botte schaats? Omdat staal slijt op ijs (het ijs is harder) zal er dus staal verdwijnen. Een interessante vraag hier uit: ‘Waar blijft al dat staal dan?’. Tijdens het schaatsen zullen de zijkanten van uw schaats afronden. Is dit dan erg? Ik heb dan toch minder snijden in het ijs? Klopt, echter heeft u ook geen grip en uw schaats zal onder u wegglijden.
Vooral als u snel schaatst zult u de minder grip merken in de bocht. Door de krachten die er dan van opzij op uw lichaam werken zal u naar buiten gedrukt worden. Heeft u geen scherpe schaatsen dan heeft u geen grip en zal u vanzelf naar de buiten bocht opzij ‘glijden’.

Untitled-1

Ik hoor u al zeggen: “Leuk al dat technische, maar is dat niet voor de gevorderde schaatser?”. Zolang we het hebben over druk en wat je er mee kan doen heeft u volledig gelijk. Wat voor u vooral belangrijk is te weten dat het hebben van scherpe schaatsen zeker niet minder belangrijk is voor een recreant dan voor een wedstrijd rijder. Met grip op het ijs, komt stabiliteit en u weet als geen ander dat stabiliteit van groot belang is voor plezierig schaatsen.
Ook heeft u vandaag geleerd het recht op de schaatsen staan van belang is voor het kunnen glijden op schaatsen. Een kleine afwijking geeft al ‘het messen snij-effect’.
Als laatste weet u wat er gebeurt als schaatsen botter worden en dat u ze weer scherp kan krijgen door de afrondingen van u schaatsen ‘weg te werken’.

Gefeliciteerd, u heeft de volgende stap tot professioneel recreatie schaatser voltooid!

Volgende week zaterdag verschijnt het volgende artikel ‘Ronding, uw stuur op het ijs’.

Wedstrijd Thialf

Het schaatscircuit organiseert een wedstrijd op Thialf waar wij aan mee kunnen doen! Je hoeft dus geen lid te zijn van het Schaatscircuit. De wedstrijd is op 10 februari van 19:00 – 23:00 uur. De afstandscombinaties waaruit je kunt kiezen zijn 100/300/500m, 500/1000m en 500/1500m. De kosten zijn respectievelijk 21 euro, 24 euro en 26 euro.

Wedstrijdlicentiehouders kunnen zich alvast inschrijven via onze inschrijfpagina, dus niet via inschrijven.schaatsen.nl. YVZ’ers zonder wedstrijdlicentie kunnen ook meedoen, m.b.v. een gratis daglicentie. Meer informatie over hoe dit precies werkt volgt in de komende dagen!

Dus grijp je kans om eens op het snelle ijs in Heerenveen te rijden en een mooi PR neer te zetten. Maar let op! De uiterste inschrijfdatum is al 13 januari!

Meer informatie op de website van het schaatscircuit, inschrijving en betaling verloopt via YVZ.

Iedereen kan overstappen! #schaatstechniek

Iets meer dan 10 jaar geleden schreef Eddie Turfboer een serie van zeven artikeltjes over de schaatstechniek. De artikeltjes verschenen in ons clubblad ‘De Sprinter’. Destijds was Eddie een fanatieke schaatser, maar hij is nog steeds regelmatig op de Uithof te vinden; nu als fanatiek jurylid. Dit stelde mij in staat te vragen of ik zijn artikeltjes mocht her-publiceren, deze keer op de website.

Hierbij deel 1: Iedereen kan overstappen!

Het schijnt dat er mensen zijn die ‘het’ kunnen en mensen zijn die ‘het’ niet kunnen. Tenminste dat is wat iedereen op de ijsbaan altijd schijnt te zeggen. Ik geloof daar echt helemaal niets van. Volgens mij kan iedereen (leren) overstappen. Ik ga u daarvan overtuigen met zes eenvoudige stappen.
Het wel of niet kunnen overstappen ligt voornamelijk in het kunnen glijden op uw schaatsen. Kan u op het rechte stuk glijden en afzetten? Dan kan u ook overstappen!
Als ik rondkijk over de schaatsbanen dat zie ik twee methodes van overstappen. De eerste zal ik het ‘stappen’ noemen, de tweede ‘glijden’. U raad het al, de stap-methode is niet de juiste. De glij-methode echter wel. Het verschil zit hem voornamelijk in het einde (het been over been punt) van de beweging. Op dit punt vormt ‘de stap’ onbalans. U staat niet op uw linker als op uw rechter schaats, heeft uw gewicht verkeerd en draait uw heup.
Dit is ook precies de rede dat kinderen geen (of minder) moeite hebben met het leren van overstappen. Zij durven meer en onbalans (het denken te gaan vallen) overwinnen zij makkelijker.
Laten we voor eens en altijd een einde maken aan “Overstappen een kwestie van durf.”, maar u de techniek leren. Het kost u in het begin wat moeite, u zal mij er echter later voor bedanken!

Het is aan te bevelen de oefening eerst droog (zonder schaatsen aan) te proberen voordat u het ijs betreed.

01 Iedereen kan overstappenOverstappen, stap voor stap:

1. De houding
Een van de belangrijkste onderdelen is uw houding tijdens het schaatsen. Uw houding zorgt ervoor dat u stevig en zeker op de schaatsen staat.
Zet uw voeten ongeveer vier centimeter uit elkaar. Houdt uw knieën op ongeveer de zelfde afstand van elkaar. Buig nu uw knieën en blijf uw knieën naar voren duwen. Verplaats uw gewicht zo ver mogelijk naar achteren, zodat u niet op de voorkant van uw voet staat maar op de bal van uw voet.

2. De heup
Bij het overstappen heeft u uw heup nodig om te kunnen blijven glijden in de bocht. Verplaats hiervoor vanuit de houding van stap één eerst uw gewicht van uw beide benen naar alleen uw linker been. U kan dit op twee manier doen, met uw schouders en met uw heup. Doet u het met uw schouders, dan draait uw heup (en daarmee uw voet) waardoor u later niet meer rechtuit (door de bocht) kunt schaatsen.
Heeft u het juiste gevoel te pakken met het opzij drukken van uw heup, probeer dan uw rechter been op te tillen. U zal merken dat als u met uw schouders werkt dat u uw been niet omhoog kan houden. Doet u het echter met uw heup, dan is het een eenvoudig kunstje.
Probeert u het eens voor de spiegel, dan zal u zien dat op het moment dat u één voet optilt u met uw hele lichaam schuin komt te staan.

3. De afzet
Zoals op het recht stuk dient u in de bocht af te zetten. U doet dit door eerst op uw linker been te gaan staan (stap 2) en daarna de hiel van uw rechtervoet opzij te bewegen totdat uw rechter been gestrekt is (zie de afbeelding)
Hiervoor heeft u uw evenwicht nodig op uw linker been (stap 2).Test uw houding door uw rechter voet enkele centimeters van de grond te halen. Staat u stabiel? Dan heeft u de juiste houding.

4. Achterop zitten
U bent bijna zover. Nog één oefening. Dit is het punt wat de stappers van de glijders onderscheid. Vanuit de houding van stap één gaat u op uw linker been staan. Schuif nu, stukje voor stukje, uw rechter voet naar voren. Doe dit totdat uw been volledig uitgestrekt is.
Gelukt? Zit u nog steeds achterop? Staat u op de bal van uw linker been? Voor u de test, til heel rustig uw rechter voet enkele centimeters van de grond.

5. Een halve cirkel
Overstappen is het gevoel krijgen dat uw benen precies doen wat u wilt en niet een ‘eigen leven gaan leiden’. Deze stap gaat uit van de eindpositie van de vierde stap. U staat op uw linker been, heeft uw rechter been naar voren uitgestrekt en uw voet enkele centimeters van de grond.
Probeer stabiel te blijven staan op uw linker been, beweeg uw voet rustig naar links en naar rechts. Maakt de bewegingen steeds groter. Beweeg uw voet en been ook een stukje voor uw linker langs (rechter afbeelding). Probeer verder tot het punt te komen van stap drie.

6. De stap
Begin in de eerste stap. Neem een goede houding aan. Duw de hiel van uw rechter voet opzij, totdat uw been uitgestrekt is. Til uw voet een klein stukje van de grond. Maar de halve cirkel boog tot voor uw linker been. Blijf op uw linker been staan en breng uw rechter been over uw linker en plaats hem op de grond. Ga nu rustig op uw rechter been staan. Til uw linker voet op en plaats deze links naast uw rechter voet.
Let op! Blijf op uw linker been staan totdat uw rechter voet op het ijs staat (glij-methode)! Laat u zich naar voren vallen als uw rechter been voor uw linker voorbij is, dan bent u aan het stappen! U staat op dit moment op geen enkel been, u valt naar voren en moet maar hopen dat u goed terecht komt!

Gefeliciteerd, u bent hiermee professioneel overstapper op de schaats geworden!

Volgende week zaterdag verschijnt het volgende artikel ‘Waarom schaatsen glijden en messen snijden’.

Extra wedstrijdmogelijkheid Junioren C2

Op zaterdag 30-12 mogen ook de junioren C2 meedoen met de 1500m.
Inschrijving tot woensdagavond 20 uur.

Extra wedstrijdmogelijkheid licentiehouders Langebaan; 3000 & 5000m

Goed nieuws voor alle stayers (huidig of toekomstig) die kort voor Kerst nog in het land zijn:

Op zaterdagavond 23 december hebben we extra startmogelijkheden beschikbaar op de
3000 meter voor junioren B en de 5000 meter voor junioren A en ouder.

Bij de junioren B is de 3000 meter nu toegankelijk voor snelheidsklasse 1,2 en 3

De junioren A+ mogen de 5000 meter rijden als ze aan één van deze voorwaarden voldoen:
– of je bent snelheidsklasse 1 of 2
– of je bent snelheidsklasse 3 of 4, en hebt dit seizoen een 3000 binnen de limiet* gereden
– of je komt van een andere ijsbaan, en hebt wel aan de 3000m-limiet* voldaan

*) dames 5.15, heren 5.00

Zegt het voort, en zorg dat rijders vóór woensdag 20 uur inschrijven!

Vriendelijke groet,

Frank Steenkamp

[PS: bij de 500+1000 m voor junioren B, klasse 5, was het tot gisteren niet mogelijk om in te
schrijven. Nu wel. FS]

10 december Eline rijdt voor het eerst een 1000 mtr. Haar reactie: best wel ver!!

Eline moest op de 500 meter onder de 55 secondes rijden om te promoveren, dit lukte net niet maar zij reed wel een p.r. in 55,08 sec.
Zij mocht voor het eerst een 1000 meter rijden. Ze reed deze alleen in het kwartet. Ze was niet tevreden met haar tijd en vond het veels te ver! Zij finishte in 2.00,77 sec.
Maar nu heeft ze een tijd staan en kan er aan worden gewerkt.

Nick Endeveld  reed 2 mooie p.r.’s. Hij klokte op zijn 500 mtr.  54,83 sec. en op de 300 mtr. 34,39 sec.

Tanja Dobbe

2 en 3 december Koud weer verhindert snelle tijden in Uithof

Zaterdag was het te koud om goede tijden te rijden.
Zondagochtend was beter. Lex is wel een paar keer kwaad geworden op de organisatie, die was rommelig. Indy had de 1ste 300 meter geel en werd als eerste neergezet, reed een goede 300 meter (37.04), maar in de uitslag kreeg hij 39.22.  Bij protest indienen zou hij worden gediskwalificeerd vanwege verkeerd starten. Dat heeft Lex dus maar niet gedaan. Vervolgens mocht Luke niet starten omdat hij te laat was terwijl hij daar al stond maar door de hulpstarter tegengehouden werd. Na veel stemverheffing van Lex mocht hij toch rijden.
Even daarvoor had hij zich al kwaad gemaakt omdat Luke en nog meer eenparige rijders 2x de 300 meter in de buitenbaan moesten starten. 

Gelukkig werden er mooie PR’s gereden door Nick 2x,Gio, Indy, Jonathan en Eline.

2×300 meter werd gereden op de zondagochtend.
De resultaten:
Jonathan ten Cate 42,86 en 41,03PR
Nick Barendse 43,70PR en 43,36PR
Gio Kromokario 41,65 en 40,27PR
Lisa den Hartog 42,29 en 40,85
Indy Kromokario 39,22 en 38,03PR
Luke Bavius 37,61 en 37,18

De andere uitslagen van dit weekend over een 300/100 en 500 mtr.:
Eline Zuurmond 33,59PR//13,56//56,68
Anneke van Hal 31,17//13,19//49,48

Er werden ook een 500 mtr. en 3 km. gereden door de heren masters:
Nico Woldendorp 51,24 en 5.40,84
Richard Vrolijk 48,46 en 5.15,59
Jasper Knulst 46,85 en 5.26,49

Tanja Dobbe

Onze sponsoren: