10-11 februari Jesse, Nico en Arjan rijden op NK in Enschede en Groningen

Tijdens de reguliere wedstrijden in de Uithof reden de rijders onder andere een 500 en 1500 mtr. Alissa Muijen finishte op de 500 mtr. in 48,02 sec en de langste afstand in 2.33,31 sec. Stef Bussman klokte resp. 49,25 en 2.47,25 sec.
Op de 1000 mtr. kwamen met een nieuw persoonlijk record over de streep: Eline Zuurmond met een verbetering van maar liefst 11 seconden in 1.49,67 en Erik Poppe in 1.42,52 sec!
Ruud Verlaan reed deze avond een 3 km. in 5.00,14 sec. Ook voor hem dus een p.r!
Op zondagavond reden onze schaatsers een 500 en 1000 mtr. Lex van Tol finishte in 2 persoonlijke records van 47,98 en 1.35,64 sec.
Ilona Spierings reed 47,74 en 1.35,33 sec. Julie Hamm reed resp. 46,23 en 1.34,68 sec. Ian Smit klokte 39,77 en 1.19,80 sec.

Jesse Speijers reed het NK junioren in Enschede. Hij reed de 500 mtr. in een p.r. van 39,02 sec. Zijn 1500 mtr moest Jesse alleen rijden maar dat weerhield hem er niet van om een mooie rit neer te zetten. Zijn  eindtijd is een p.r. in 1.56,41 sec. en bovendien is dit een clubrecord!
Op dag 2 kwam hij nogmaals aan de start. Hij reed de 1000 mtr. in 1.15,50. Dat is weer een verbetering en ook deze eindtijd gaat de boeken in als clubrecord! De 3 km. eindtijd was 4.05,68 sec. Wat een mooie oogst, Jesse!

Nico Woldendorp en Arjan Keuning reden het NK masters in Groningen. Op dag 1 stond Nico op de  500 en 1500 mtr. aan de start. Zijn eindtijden:  51,54 op de 500 mtr en 2.38,86 op de 1500 mtr.
Arjan reed 42,61 sec. op de 500 mtr. en de 3 km. in 4.43,21 sec.

Tanja Dobbe

2e ploegenachtervolging Uithof

Er is een nieuw bericht op de gewestelijke site gezet over de 2e ronde van de ploegenachtervolgings-competitie op de Uithof, die gepland is op 24 februari a.s.

Er is ruimte voor nieuwe ploegen. En die ploegen kunnen op allerlei manieren gevormd worden: dwars op de clubs, met verschillende leeftijden en desgewenst ook gemengd.

Op deze manier maken we het voor zo veel mogelijk rijders (zowel wedstrijdroutiniers als andere abonnementhouders) mogelijk om mee te doen.

Uitglijden op scherpe schaatsen #Schaatstechniek

Iets meer dan 10 jaar geleden schreef Eddie Turfboer een serie van zeven artikeltjes over de schaatstechniek. De artikeltjes verschenen in ons clubblad ‘De Sprinter’. Destijds was Eddie een fanatieke schaatser, maar hij is nog steeds regelmatig op de Uithof te vinden; nu als fanatiek jurylid. Dit stelde mij in staat te vragen of ik zijn artikeltjes mocht her-publiceren, deze keer op de website.

Hierbij deel 7: Uitglijden op scherpe schaatsen

Nu de natuurijs periode weer voorbij lijkt te zijn zit ik soms na te denken over de dingen die schaatsers zeggen tijdens het schaatsen. Zo af en toe hoor je iets voorbij komen wat je aan het denken zet. Deze keer wil ik het graag hebben over iets was ik de afgelopen tijd meerdere keren gehoord heb en op het eerste gezicht een merkwaardige opmerking lijkt te zijn. Echter, we zullen zien dat we er nog wat van kunnen leren.

Elke schaatser weet dat zijn of haar materiaal, de schaatsen, van belang zijn bij het schaatsen. Veel niet ervaren schaatsen schijnen te geloven dat het hebben van scherpe schaatsen voor hun van minder belang is dan voor wedstrijdrijders. Het tegendeel is het geval, voor minder ervaren schaatsers is het net zo belangrijk om scherpe schaatsen te hebben. Het hebben van scherpe schaatsen is voor de wedstrijdrijder en de onervaren schaatser gelijk, maar daarover later meer.

“Als mijn schaatsen net geslepen zijn dan glij ik constant uit”, een zin uit het leven van de onervaren natuurijs schaatser. Dit is een zin die precies weergeeft wat ik bedoel. Ondanks dat het fysiek onmogelijk is meer uit te glijden op scherpe schaatsen dan op minder scherpe zit er toch enige waarheid in de opmerking.

We hebben het in een eerdere aflevering gehad over wat precies scherpe schaatsen zijn. Een scherpe schaats is een schaats waar de hoek tussen het horizontale glijvlak en de zijkant precies 90 graden is. De afronding van deze hoek bepaald hoe bot de schaatsen zijn, hoe groter de afronding hoe botter.

De combinatie van de 90 graden hoek en het vlakke stuk ertussen definieert dat men in staat is om te schaatsen. Beide onderdelen heb je nodig om vooruit te kunnen komen op ijs. Tijdens de glij-fase staat een schaatser recht op zijn schaatsen. Het horizontale vlak (de onderkant van de buis) is dan gelijk met het ijs. De weerstand die de schaatser ondervind is gelijk aan de luchtweerstand en de wrijvingsweerstand tussen het ijzer en het ijs.

Tijdens de afzet-fase is het ijzer van de schaats gekanteld ten opzichte van het ijs. De 90 graden hoek is daarmee naar het ijs gericht. De hoek snijdt daarmee in het ijs alsof het een mes is. De schaatser kan tegen zijn schaats ‘aanduwen’ zonder dat deze wegglijd.

Het verschil tussen de glij-fase en afzet-fase is niet veel meer dan de kanteling van uw schaats. De kanteling van de schaats maakt het mogelijk af te zetten en snelheid te maken of te behouden. Het opzij afzetten is dan ook alleen mogelijk op het moment dat u uw schaats kantelt.

Merk op dat het enige verschil tussen een mes (snijden) en een schaats (snijden en glijden) is de aanwezigheid van het horizontale glij-vlak.

Terug naar de opmerking van de onervaren schaatser. Het wegglijden van de schaats van de schaatser kan maar op èèn manier veroorzaakt worden. Bij de afzet staat de schaats rechtop (alsof hij recht op zijn schaats staat). Hiermee glijd de schaats op gelijke wijze opzij als dat deze naar voren glijdt. De enige oplossing is te beseffen dat de schaats gekanteld moet worden om af te kunnen zetten en rechtop gehouden moet worden tijdens het glijden. Dat de onervaren schaatser dit ervaart als wegglijden is logisch, het verschil tussen een gekantelde schaats en een rechtopstaande schaats is enorm. Zeker als we er rekening mee houden dat zijn schaatsen normaal gesproken zo afgerond (bot) zijn dat de afronding ervoor zorgt dat het gevoel van rechtopstaan en kanteling gelijk is. Al is de reactie ‘ik glij constant weg’ exact tegengesteld aan wat er eigenlijk gebeurt. Hij glijdt inderdaad weg, maar niet meer dan daarvoor. Het verschil tussen het hebben van grip en wegglijden is stukken groter geworden. Wat de schaatser eigenlijk zou moeten hebben gezegd is: “Wow, ik heb in ene keer een hoop grip”.

De essentie van dit alles is dat het van belang is in de gaten te houden dat schaatsen niet de kunst is van het recht op de schaatsen staan. Eerder een kunst van het recht èn scheef op de schaats staan, zei het op het juiste moment.

Probeert is dit alles maar eens uit met de volgende simpele test: Ga stil staan, ga enigszins door de knieën en zet uw schaatsen rechtop (recht op de schaats) naast elkaar. Houdt uw rechter schaats rechtop en probeer af te zetten. Hiermee zal uw schaats over het ijs glijden, net als dat u vooruit zou glijden met de schaats. Doe daarna het zelfde nog een keer, echter kantel eerst uw schaats naar binnen en probeer daarna af te zetten.

Als het goed is, ervan uitgaande dat uw schaatsen voldoende scherp zijn, zal in het tweede geval uw schaats weerstand bieden en niet opzij glijden. Voelt u het verschil? Doe dan het zelfde met een klein beetje vaart vanuit het op beide schaatsen tegelijk glijden. Vraag uw trainer naar een voorbeeld.

Kantel uw schaats tijdens de afzet, een vaak over het hoofd geziene benodigdheden tijdens het schaatsen. Mocht uw trainer hameren op het recht op de schaats staan, houdt dan in het achterhoofd dat dit alleen van toepassing is tijdens de glij-fase, bij de afzet moet je juist kantelen.

Dit was het laatste artikel uit deze serie.

Glad ijs is een paradijs

Zaterdag 3 februari vertrok een groepje YVZ’ers richting het hoge noorden naar het huis van de kampioenen, Thialf Heerenveen.

Op uitnodiging van het schaatscircuit werd een volledig georganiseerde wedstrijd gereden. Zij organiseren schaatswedstrijden voor jong en oud op snel ijs. En dat was het; snel ijs! Een succesvolle avond voor alle (131) deelnemers want er werden maar liefst 156 PR’s gereden waarvan 15 voor YVZ.

De volgende leden deden mee: Melle en Eline Zuurmond, Indy en Gio Kromokario, Joey van den Berg, Lisa den Hertog, Nick Bavius, Jeroen Hubert, Richard Vrolijk, Arjen Keuning, Edwin Verschoor, Ruud Verlaan en Lex van Tol.

Een aantal van hen gingen eerst ’s middags even inrijden en kwamen tot de conclusie dat het echt snel ijs was. Na het vrij schaatsen bleek er een wedstrijd te zijn waar o.a. team Plantina aan meedeed. De jonge pupillen hebben hun slag geslagen en zijn op de foto geweest met hun helden en handtekeningen werden verzameld van o.a. Dai Dai Ntab, Ronald en Michel Mulder en Kai Verbij. Ze gingen zelfs met z’n allen op de foto met Indy, Gio, Lisa en Joey! Heel gaaf!

Maar om 19.00 uur moest het dan echt gebeuren. Voor sommigen van hen was het de eerste wedstrijd voor anderen een wel bekende rit. Men kon kiezen uit de volgende afstanden; 100m/300m/500m de 500m/1000m en de 500m/1500m.

Lisa, Joey, Melle, Eline en Nick reden de 100m/300m/500m.

Indy en Gio reden de 500m/1000m (voor het eerst de 1000m!)

Jeroen, Richard, Arjen, Edwin, Ruud en Lex reden de 500/1500m.

Met Lex en Richard als coach werden de schaatsers luid aangemoedigd en kregen zij de juiste aanwijzingen. Ook werden de YVZ’ers aangemoedigd vanaf de zijkant en werden mede door hen, goede tijden neergezet. Het regende PR’s! Het was een geweldig mooie ervaring voor iedereen en een hoop gezelligheid met z’n allen. Het verenigingsgevoel zoals het hoort.

Alle tijden zijn hier terug te vinden.

Wij hopen dat wij volgend jaar weer naar het Thialf kunnen afreizen en dat er nog veel meer leden mee zullen gaan. (Je hoeft voor deze wedstrijd niet in het bezit te zijn van een licentie, een daglicentie wordt aangevraagd).
Maar voor nu genieten wij voorlopig nog na van deze mooie ervaring.

Thialf Schaatscircuit

Hierbij de uitslag van de wedstrijd op Thialf van 3 februari 2018.

[gview file=”https://www.yvz.nl/wordpress/wp-content/uploads/2018/02/Schaatscircuit-030218.pdf”]

Zwaartepunt #Schaatstechniek

Iets meer dan 10 jaar geleden schreef Eddie Turfboer een serie van zeven artikeltjes over de schaatstechniek. De artikeltjes verschenen in ons clubblad ‘De Sprinter’. Destijds was Eddie een fanatieke schaatser, maar hij is nog steeds regelmatig op de Uithof te vinden; nu als fanatiek jurylid. Dit stelde mij in staat te vragen of ik zijn artikeltjes mocht her-publiceren, deze keer op de website.

Hierbij deel 6: Zwaartepunt

Schaatsen is een gevoelssport, het is echter verrassend hoeveel dit gevoel samenhangt met de techniek van een schaats(t)er. Verder is het ijs en de staat van de schaatsen van enorme invloed op het gevoel. Deze keer zullen we ingaan op de locatie van het zwaartepunt en de invloed daarvan op uw schaatsen.

In de vorige uitgave hebben we het gehad over de invloed van uw houding op de ‘loop’ van uw schaatsen. We kwamen tot de conclusie dat achterop zitten één van de belangrijkste zaken is. Het massamiddelpunt of zwaartepunt is het punt waar alle massa’s van het lichaam in evenwicht zijn. Dit punt ligt voor een mens ergens in zijn romp. Als we een verticale lijn naar beneden zouden trekken vinden we het punt waarop de schaatser op zijn schaatsen staat. Het achter op de schaatsen staan is mogelijk door dit zwaartepunt net achter het midden van de schaats te leggen.

Het zwaartepunt is niet alleen van belang voor de ‘loop’ van uw schaatsen maar voor uw gehele schaatsbeweging. Het kunnen glijden op één schaats heeft alles te maken met de plaatsing van uw zwaartepunt. In de figuren op de volgende pagina zijn beide schaatsen als strepen weergegeven en uw zwaartepunt als zwarte stip.

De eerste van de twee rechte stuk afbeeldingen geeft de situatie weer waarop de meeste mensen van nature zullen schaatsen. Glijdt u met twee voeten naast elkaar, dan ligt uw zwaartepunt ongeveer in het midden tussen uw voeten (lichtelijk naar achter verschoven omdat u achterop zit). Bij het afzetten beweegt u uw ene schaats opzij, hierdoor hangt u met uw lichaam tussen uw schaatsen. Juist is echter dat u, na het op twee benen glijden, uw zwaartepunt verplaatst naar uw glijbeen. Waarna u aan uw afzet begint. Het verplaatsen van uw zwaartepunt kan u op meerder manieren laten optreden, bijvoorbeeld door uw schouders te draaien (u verplaatst meer massa naar een andere kant). De juiste manier is om uw heup naar het glijbeen te bewegen (vraag uw trainer naar voorbeelden).

Kan u uw zwaartepunt op de juiste manier boven uw glijbeen plaatsen, dan is het op één been glijden geen enkel probleem meer. Of u uw niet-glijbeen op het ijs heeft of niet maakt dan niet meer uit.
Kijken we op de zelfde manier naar de bocht, dan zien we een vergelijkbare situatie. Het er tussen hangen van uw zwaartepunt zorgt er voor dat u minimaal met twee voeten tegelijk op het ijs moet staan, anders valt u om. Glijdt u echter met uw zwaartepunt boven uw glijbeen (links) dan kan u naar wens uw rechter voet afzetten en optillen.

Zwaartepunt

In de eerste aflevering hebben we het gehad over het verschil tussen het overstappen volgens de stap en glij methode. In de onderste twee bocht figuren is het verschil aangegeven. Bij de stap methode zal u, na de afzet van uw rechter been, uw rechter been voor de linker plaatsen terwijl u gelijktijdig uw gewicht verplaatst van uw linker naar uw rechter. Bij deze manier verliest u zeer snel de controle over de schaatsen en zet u altijd uw rechter been in een andere richting neer dan uw linker. Dit zal zeer merkwaardig aanvoelen.

Beter is om de methode van het glijdend overstappen te gebruiken. Bij deze methode maakt u veel gebruik van het verleggen van het zwaartepunt. Bij het ingaan van de bocht verlegd u uw zwaartepunt naar uw linker been. Na de afzet van de rechter kan u rustig uw rechter been optillen (u heeft uw zwaartepunt immers boven uw linker schaats). Het rechter been word voor de linker langs gehaald en parallel (zelfde richting op wijzend) op het ijs geplaatst. Pas op het momen dat de voet op het ijs staat gaat u op dat been leunen (verplaats zwaartepunt van de linker naar de rechter). Hierna kan u met uw linker been afzetten en na het terug plaatsen op het ijs kunnen we aan de volgede over-glij-stap beginnen.

De oplettende lezer zal het al gemerkt hebben, ik heb het met geen woord over je schaats scheef op het ijs zetten. Waarom niet, dit is toch een vaak gehoorde opmerking bij het overstappen?
Inderdaad, u heeft helemaal gelijk. De rede dat een scheve schaats nodig is bij het overstappen hangt niet direct samen met het overstappen op zichzelf (wat vaak gedacht word), maar met de bocht. Bij het rijden van de bocht zal er een tweede kracht naast de zwaartekracht ontstaan. Deze kracht duwt u de bocht uit. Door uw zwaartepunt ‘over’ uw linker been heen te brengen (het scheef op de schaats staan) overkomt u deze kracht.

Bij het ‘scheef op de schaats’ staan bedoelen we dus dat uw gehele lichaam scheef hangt. Uw schaats hoeft u dus niet schever te zetten dan uw been staat (de knik).

De beste oefening voor het gevoel met betrekking tot het zwaartepunt is het glijden op één been. Dit kan u gerust proberen op zowel het rechte stuk als in de bocht. Hier merkt u ook direct op wat het verschil is tussen het rechte stuk en de bocht.

Volgende week zaterdag verschijnt het laatste artikel ‘Uitglijden op scherpe schaatsen’.

Extra wedstrijdmogelijkheden zo-avond 4 feb en zo 11 feb

De komende twee zondagavonden zijn er extra wedstrijdmogelijkheden geschapen voor enkele categorieën rijders. De ruimte is beperkt, dus er geldt wel steeds een maximum aantal deelnemers.

Zondag 4 februari
Zondag-1, 17.30u. Extra wedstrijd: 3k voor B23 en A23. Ma aantal deelnemers 24

Zondag-2, 19.30u. Extra wedstrijd: 3k voor A45 en M45, max aantal 20
Daarnaast is er ruimte voor 4 gastrijders* op de 1/3/500 en 4 gastrijders op de 3k.

* gastrijders zijn alle rijders zonder startrecht bij deze wedstrijden. Zij betalen bij online inschrijving via Ideal 15 euro (los van eventuele licentiekosten)

Zondag 11 februari
Zondag-2, 19.30u:
Extra wedstrijd: 500+1000m voor M23 en NS45. Max aantal 16.

Geef het snel door. Over twee dagen sluit de eerste deadline om in te schrijven!

Stuur of gestuurd worden #Schaatstechniek

Iets meer dan 10 jaar geleden schreef Eddie Turfboer een serie van zeven artikeltjes over de schaatstechniek. De artikeltjes verschenen in ons clubblad ‘De Sprinter’. Destijds was Eddie een fanatieke schaatser, maar hij is nog steeds regelmatig op de Uithof te vinden; nu als fanatiek jurylid. Dit stelde mij in staat te vragen of ik zijn artikeltjes mocht her-publiceren, deze keer op de website.

Hierbij deel 5: Stuur of gestuurd worden

Als recreant zal je van tijd tot tijd gek worden voor de hoeveelheid punten waar je op moet letten om schijnbaar goed te kunnen schaatsen. We kunnen ons echter afvragen of we wel goed willen schaatsen. Is het lekker schaatsen niet van groter belang dan dat we technisch correct bezig zijn? Als hierop uw antwoord is dat u lekker wilt schaatsen dan is het volgende stuk belangrijk voor u.

We hoeven niet allemaal wedstrijden te rijden of technisch perfect over de baan te glijden. Als gevolg daarvan zullen we op twee punten focussen zodat u gemakkelijker over de baan zult gaan glijden. Dat u daarmee direct of technisch schaatsen verbeterd is mooi meegenomen. Allereerst zullen we het hebben over de houding en ten tweede over het achterop zitten, we zullen zien dat deze twee elkaar beïnvloeden en wat u daarvan zult voelen op de schaats.

Allereerst het onderwerp diep zitten. Als we bij een World Cup of een Nederlands Kampioenschap naar de televisie kijken zien grote verschillen tussen de houding van verschillende rijders. Kijken we daarentegen naar hoe beginners op een recreatie uur schaatsen zien we twee enorme tegenstellingen. De professionals rijden met enorm gebogen knieen, de recreanten staan zowat rechtop. Er is nog meer verschil; de rug bij professionals is horizontaal, bij de recreanten verticaal.

Twee uitersten, maar wat is voor u nu prettig? Het antwoord op deze zeer belangrijke vraag is een afweging van enerzijds ontspanning en anderzijds stabiliteit. Door de knieen te buigen (en daarme de enkels) verminder je de wiebeligheid van de schaatsen, maar verminder je het comfort. De professional buigt dan de romp naar beneden totdat deze horizontaal is, daar dit minder luchtweerstand op levert. Door de knieën te buigen bent u tevens in staat uw been te strekken, wat we afzetten noemen.

U zal dus als recreatie schaatser uw knieën willen buigen zodat u stabiel op uw schaatsen zal komen te staan, echter uw romp zo veel mogelijk rechtop te houden. Hiermee heeft u een prachtige afweging tussen het comfort en stabiliteit, zonder dat u het ‘pijn’ in de rug fenomeen hoeft te ondergaan.

Ten tweede zouden we het gaan hebben over achterop zitten. Een trainer zal het misschien wel verschillende keren tegen u gezegd hebben, maar wat is het eigenlijk?
Wanneer u meer op de punten van uw schaatsen gaat leunen dan zal de achterkant van uw schaats ongecontroleerd (als een wapperende vlag) een weg gaan zoeken achter de voorkant aan. Leunt u op de achterkant van uw schaatsen (het achterop zitten) dan kunt u de voorkant van uw schaats in de richting sturen waarin u heen wilt.

Een relatief eenvoudige methode om te kijken of u achterop uw schaatsen staat is de volgende: Kan u uw tenen omhoog en naar beneden bewegen tijdens dat u aan het schaatsen bent? Is het antwoord hierop ja, dan zit u achterop. Vraag uw trainer maar eens naar oefeningen.

Als laatste zullen we het kort hebben over hoe deze twee elkaar beïnvloeden. Denk er bijvoorbeeld eens aan hoe lastig het is om als u rechtop staat uw evenwicht te bewaren (zeker op schaatsen). Een klein beetje verschil in romp positie zorgt al voor grote verschillen bij uw schaatsen. Het verschil tussen volledig voorop leunen en achterop zitten is dan enkele centimeters. Gaat u nu door uw knieën, dan brengt u uw zwaartepunt richting uw schaatsen, waardoor u meer controle hebt over of u achter of voorop zit.

Nu we weten dat het belangrijk is om een bepaalde kniehoek te hebben en achterop te zitten moeten we nog weten hoe we dat dan doen. Een veel gehoorde opmerking is dat u zoveel mogelijk uw knieën naar voren moet duwen bij het naar beneden zakken. Hoewel dit correct is, moet u er op letten dat u daardoor niet juist op de voorkant van uw schaatsen gaat leunen. Beter is het om tijdens het naar voren duwen van uw knieën ook uw voeten naar voren te duwen. Dit zorgt ervoor dat uw massa middelpunt zich boven de achterkant van uw schaatsen bevindt, zodat u stabiliteit heeft èn met uw schaatsen kan sturen.

Vraag uw trainer gerust om wat uitleg of oefeningen. Stap niet te snel over deze twee belangrijke punten heen. Het bepaald namelijk hoe eenvoudig u uw evenwicht kan behouden, wat weer van grote invloed is op of en hoe u de bocht kan lopen. Namelijk, zoals we er in een eerdere uitgave al over gehad hebben, of u een stapper of een glijder bent.

Volgende week zaterdag verschijnt het volgende artikel ‘Zwaartepunt’.

Het aller belangrijkste #Schaatstechniek

Iets meer dan 10 jaar geleden schreef Eddie Turfboer een serie van zeven artikeltjes over de schaatstechniek. De artikeltjes verschenen in ons clubblad ‘De Sprinter’. Destijds was Eddie een fanatieke schaatser, maar hij is nog steeds regelmatig op de Uithof te vinden; nu als fanatiek jurylid. Dit stelde mij in staat te vragen of ik zijn artikeltjes mocht her-publiceren, deze keer op de website.

Hierbij deel 4: Het aller belangrijkste

Het seizoen staat op het punt te gaan beginnen. Tijd voor wat inspirerende spraak. Het ijs is glad, de schaatsen krap en de kramp zit al bijna in de voeten. Na de eerste keer schaatsen ben je blij dat je die dingen weer uit kan trekken. Of je nu topper bent of recreant, wennen moeten we allemaal.

Elke nieuw seizoen krijg je een andere trainer toegewezen. Elke trainer heeft zijn eigen kijk, methode en specifieke punten waar hij op let. Maar wat is nu eigenlijk het aller belangrijkste tijdens het schaatsen? Is het het recht op de schaats staan, achterop zitten, opzij afzetten, door de knieën gaan of toch het zwaaien? Elke trainer zal hierop zijn eigen antwoord hebben, zo ook ik. Mijn belangrijkste punt heeft eigenlijk weinig met schaatsen te maken . Het aller belangrijkste volgens mij is ontspanning.

Ik hoor u al denken, waar heeft hij het nu weer over? De ontspanning die ik hier bedoel is de lichamelijke ontspanning. Niet dat schaatsen geen ontspannende bezigheid voor u moet zijn, maar lichamelijke ontspanning is een belangrijk element daarvan. U zult zo zien waarom.

Laat me u eerst uitleggen wat ik bedoel met lichamelijke ontspanning. Lichamelijke ontspanning is het ontspannen van alle spieren die op dat moment niet perse nodig zijn. Met andere woorden heb ik het over ontspannen schaatsen. Vooral bij de eerste keer schaatsen is het erg goed te zien, er zijn mensen die zo weg schaatsen en mensen die daar wat meer moeite mee hebben. Bent u één van die mensen die daar wat meer moeite mee heeft, dan weet u precies waar ik het over heb èn ik moet u bekennen dat ik er daar zelf ook één van ben. Wat veroorzaakt nu deze spanning?

Hoewel de meeste mensen het ‘wennen aan het ijs’ zullen noemen denk ik dat het lichaam moet wennen aan een andere ondergrond. Dat lijkt het zelfde, dat is het echter niet. Let u maar op als u de eerste keer op het ijs stapt. U lichaam weet niet wat u moet verwachten waardoor het zich aanspant, net zoals het zou doen als u in een ongeluk zou geraken. Na verloop van tijd (in de eerste training) zal uw lichaam meer ontspannen en een gevolg is dat u lekker schaatst.

Ontspanning is niet alleen belangrijk bij de eerste training, het is voor alle trainingen belangrijk. Denkt u maar terug aan wanneer u weer voor de eerste keer moet gaan overstappen. De spieren in uw lichaam spannen zich. Deze spanning maakt het uiteindelijk moeilijker om over te stappen. Probeert u de volgende keer is een paar bochten uw lichaam te ontspannen door alleen op beide schaatsen te glijden. Voelt u zich hier prettig bij, ga dan stapje verder door ontspannen op alleen de linker schaats door de bocht te glijden. U zal zien dat het veel prettiger schaatst dan het gevoel van ‘ò daar komt de bocht, nu moet ik…’.

Last van uw rug tijdens het schaatsen? Grote kans dat dit word veroorzaakt doordat u gespannen op uw schaatsen rondrijd. Voor een juiste houding zijn vooral de schouders en de bolling van uw rug belangrijk. Uw rug dient rond te zijn (niet hol) en uw schouders dienen losjes naar beneden te ‘hangen’. Vraag uw trainer naar de juiste comfortabele houding.

Niet alleen voor u als recreant is het belangrijk om ontspannen te schaatsen ook voor wedstrijdrijders is het van belang. Eén van de dingen waar ik het meeste mee bezig ben tijdens een wat langere afstand (3, 5 en 10 km) is een ontspannen houding. Die spanning kost energie, energie die je bij het einde zeker nodig zal hebben.

U ziet dat de ontspanning van het lichaam een belangrijk rol speelt in het lekker u schaatsen en omdat dat uitmaakt of u met plezier van het ijs afstapt is dat volgens mij het aller belangrijkste!

Volgende week zaterdag verschijnt het volgende artikel ‘Stuur of gestuurd worden’.

14 januari Veel persoonlijke records dus blije gezichten!

C junioren Erik Poppe en Bram Koek reden twee keer tegen elkaar, dus bijna een  clubkampioenschap. Zij reden de 100/500/300 meters. Erik reed 13,01//51,38 en 31,91 sec. De eindtijden op de 100 en 300 meter waren voor hem persoonlijke records. Bram finishte in 13,89//52,67 en 32,70. Deze laatste tijd was ook voor hem een p.r.

De pupillen kwamen aan de start op de 300 en 500 mtr.
Gio Kromokario kwam helaas ten val op de 300 mtr. maar de revanche kwam op de 500 mtr. Met een eindtijd van 1.06,81 sec. betekende dit een verbetering van bijna 6 sec.
Lisa den Hertog  behaalde twee successen want zij reed twee mooie p.r.’s. Op de 300 mtr. kwam zij over de streep in 39,44 sec. en op de 500 mtr. met een verbetering van ruim 3 seconden in 1.06,25 sec.
Nick Barendse  klokte 41,75 sec. op de 300 mtr. en dat was een p.r. Op de 500 mtr. verbeterde hij zich ook, zelfs met val, naar 1.13,16 sec.
Jonathan ten Cate reed mooie tijden maar haalde net geen p.r. Zijn eindtijden waren resp. 41,05 (slecht 0,2 boven zijn p.r.) en 1.08,64 sec.
Valentijn Wilhelm schreef ook 2 nieuwe beste tijden in de boeken met 37,71 en 1.02,53 sec.
Luke Bavius keerde ook heel tevraden naar huis terug met twee p.r.’s. Zijn eindtijden waren 36,09 en 1.01,21 sec.
Indy Kromokario deed het op de 300 mtr goed met 38,07 sec. Het p.r. staat op 38,03 dus heel dichtbij een nieuwe beste tijd. Een verbetering van bijna 6 seconden op de 500 mtr. naar 1.02,82 sec. betekent een promotie naar klasse 5!

Geweldige prestaties!

 

 

 

 

Tanja Dobbe

Onze sponsoren: