Stuur of gestuurd worden #Schaatstechniek
Iets meer dan 10 jaar geleden schreef Eddie Turfboer een serie van zeven artikeltjes over de schaatstechniek. De artikeltjes verschenen in ons clubblad ‘De Sprinter’. Destijds was Eddie een fanatieke schaatser, maar hij is nog steeds regelmatig op de Uithof te vinden; nu als fanatiek jurylid. Dit stelde mij in staat te vragen of ik zijn artikeltjes mocht her-publiceren, deze keer op de website.
Hierbij deel 5: Stuur of gestuurd worden
Als recreant zal je van tijd tot tijd gek worden voor de hoeveelheid punten waar je op moet letten om schijnbaar goed te kunnen schaatsen. We kunnen ons echter afvragen of we wel goed willen schaatsen. Is het lekker schaatsen niet van groter belang dan dat we technisch correct bezig zijn? Als hierop uw antwoord is dat u lekker wilt schaatsen dan is het volgende stuk belangrijk voor u.
We hoeven niet allemaal wedstrijden te rijden of technisch perfect over de baan te glijden. Als gevolg daarvan zullen we op twee punten focussen zodat u gemakkelijker over de baan zult gaan glijden. Dat u daarmee direct of technisch schaatsen verbeterd is mooi meegenomen. Allereerst zullen we het hebben over de houding en ten tweede over het achterop zitten, we zullen zien dat deze twee elkaar beïnvloeden en wat u daarvan zult voelen op de schaats.
Allereerst het onderwerp diep zitten. Als we bij een World Cup of een Nederlands Kampioenschap naar de televisie kijken zien grote verschillen tussen de houding van verschillende rijders. Kijken we daarentegen naar hoe beginners op een recreatie uur schaatsen zien we twee enorme tegenstellingen. De professionals rijden met enorm gebogen knieen, de recreanten staan zowat rechtop. Er is nog meer verschil; de rug bij professionals is horizontaal, bij de recreanten verticaal.
Twee uitersten, maar wat is voor u nu prettig? Het antwoord op deze zeer belangrijke vraag is een afweging van enerzijds ontspanning en anderzijds stabiliteit. Door de knieen te buigen (en daarme de enkels) verminder je de wiebeligheid van de schaatsen, maar verminder je het comfort. De professional buigt dan de romp naar beneden totdat deze horizontaal is, daar dit minder luchtweerstand op levert. Door de knieën te buigen bent u tevens in staat uw been te strekken, wat we afzetten noemen.
U zal dus als recreatie schaatser uw knieën willen buigen zodat u stabiel op uw schaatsen zal komen te staan, echter uw romp zo veel mogelijk rechtop te houden. Hiermee heeft u een prachtige afweging tussen het comfort en stabiliteit, zonder dat u het ‘pijn’ in de rug fenomeen hoeft te ondergaan.
Ten tweede zouden we het gaan hebben over achterop zitten. Een trainer zal het misschien wel verschillende keren tegen u gezegd hebben, maar wat is het eigenlijk?
Wanneer u meer op de punten van uw schaatsen gaat leunen dan zal de achterkant van uw schaats ongecontroleerd (als een wapperende vlag) een weg gaan zoeken achter de voorkant aan. Leunt u op de achterkant van uw schaatsen (het achterop zitten) dan kunt u de voorkant van uw schaats in de richting sturen waarin u heen wilt.
Een relatief eenvoudige methode om te kijken of u achterop uw schaatsen staat is de volgende: Kan u uw tenen omhoog en naar beneden bewegen tijdens dat u aan het schaatsen bent? Is het antwoord hierop ja, dan zit u achterop. Vraag uw trainer maar eens naar oefeningen.
Als laatste zullen we het kort hebben over hoe deze twee elkaar beïnvloeden. Denk er bijvoorbeeld eens aan hoe lastig het is om als u rechtop staat uw evenwicht te bewaren (zeker op schaatsen). Een klein beetje verschil in romp positie zorgt al voor grote verschillen bij uw schaatsen. Het verschil tussen volledig voorop leunen en achterop zitten is dan enkele centimeters. Gaat u nu door uw knieën, dan brengt u uw zwaartepunt richting uw schaatsen, waardoor u meer controle hebt over of u achter of voorop zit.
Nu we weten dat het belangrijk is om een bepaalde kniehoek te hebben en achterop te zitten moeten we nog weten hoe we dat dan doen. Een veel gehoorde opmerking is dat u zoveel mogelijk uw knieën naar voren moet duwen bij het naar beneden zakken. Hoewel dit correct is, moet u er op letten dat u daardoor niet juist op de voorkant van uw schaatsen gaat leunen. Beter is het om tijdens het naar voren duwen van uw knieën ook uw voeten naar voren te duwen. Dit zorgt ervoor dat uw massa middelpunt zich boven de achterkant van uw schaatsen bevindt, zodat u stabiliteit heeft èn met uw schaatsen kan sturen.
Vraag uw trainer gerust om wat uitleg of oefeningen. Stap niet te snel over deze twee belangrijke punten heen. Het bepaald namelijk hoe eenvoudig u uw evenwicht kan behouden, wat weer van grote invloed is op of en hoe u de bocht kan lopen. Namelijk, zoals we er in een eerdere uitgave al over gehad hebben, of u een stapper of een glijder bent.
Volgende week zaterdag verschijnt het volgende artikel ‘Zwaartepunt’.